Pedagogisch beleid

Mijn Visie

Gastouder Nieke biedt professionele opvang in een huiselijke sfeer voor kinderen van 0 tot 12 jaar oud. Zorg en ontwikkeling staan voorop, maar natuurlijk is plezier ook erg belangrijk in onze opvang. Door met de kinderen activiteiten te doen, hebben ze plezier en leren ze ook sociaal met andere kinderen om te gaan en groeit de ontwikkeling van een kind. 

 


Ik vind het belangrijk dat de kinderen een regelmatig dagritme hebben, dit geeft structuur en daarbij ook een hoop rust. Dit betekend dat we op redelijk vaste tijden aan tafel gaan om te eten en te drinken. En ook samen activiteiten doen op vaste tijden, zo komen de kinderen weer even tot rust en hebben we een gezellig moment samen om te communiceren. Niet elk kind kan meegaan in het vaste ritme, baby’s hebben vaak nog een eigen dag ritme die gewoon door gaat. Waar kan, draaien ze gewoon gezellig met ons mee. 

 


Ook gaan wij elke dag naar buiten! Lekker even spelen in de speeltuin of gewoon onze eigen tuin. En vaak rondjes fietsen in onze mega gave bakfiets.

 


Door de kleine groep kinderen bij gastouder Nieke is er voor elk individu genoeg aandacht voor eigen ontwikkeling en zorg. 

 







Dagindeling



7:30 – 8:15:  Kinderen worden gebracht

9:30: Drinken en fruit eten, kleine activiteit aan tafel,  zingen of boekje lezen

10:30:  Naar buiten of vrijspelen

11:30/12:00:  Lunchen

12:30  Middag slaapje

14:00  Naar buiten of vrijspelen

16:30 Activiteit aan tafel , knutselen.

17:00/17:30 Kinderen worden gehaald

 










Pedagogisch Werkplan

Opvoedingsdoel in de interactie tussen mij en het kind:


Emotionele veiligheid:

In een kinderdagverblijf hebben de kinderen vaak te maken met verschillende leidsters. Bij gastouder Nieke hebben de kinderen 1 vaste leidster, dit zorgt voor een veilige gevoel bij de kinderen.

Ik zie een kind als volwaardig persoon, een kind is al vanaf zijn geboorte uitgerust met het vermogen te communiceren en te leren. Ik ben een luisterend oor en geef de kinderen de aandacht die zij verdienen. Bij de verzorg momenten; eten, wassen, verschonen en aankleden, neem ik de tijd en pas ik mij aan bij het tempo van het kind. Hierdoor voelt het kind zich gezien en begrepen. Dit legt de basis voor een gevoel van veiligheid en een gezonde sociaal-emotionele ontwikkeling.

 


Persoonlijke competentie:

De creativiteit wordt bevorderd door activiteiten te doen met de kinderen. Knutselen, muziek maken en zingen, klei-en, fantasie- en rollenspel zijn hier voorbeelden van, die de creativiteit stimuleren.Hier laat ik de kinderen zoveel mogelijk zelf doen, zodat zij hun eigen kunstwerkje maken en/of hun eigen fantasie gebruiken. Ook laat ik de kinderen zoveel mogelijk zelf don en ontdekken, bij bijvoorbeeld het aankleden, dit stimuleert een gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen.

 


Sociale competentie:

Ik zorg ervoor dat de kinderen leren met elkaar rekening te houden, op elkaar te wachten en samen op te ruimen. Door gezamenlijk activiteiten te ondernemen, leren de kinderen delen en samen spelen. In het vrije spel, laat ik de kinderen zoveel mogelijk zelf ontdekken en spelen. Ik kijk toe of dit goed gaat, en bij conflicten grijp ik in en los ik dit samen met de kinderen op. Ik daag de kinderen uit te ontdekken en de volgende stap te zetten, zo krijgt het kind zelfvertrouwen en wordt de zelfredzaamheid gestimuleerd. Wij gaan elke dag naar buiten. Hier kunnen de kinderen volop klimmen en spelen, ik stimuleer de kinderen, de kleinere kinderen te helpen en samen op avontuur te gaan. 

 


Normen en waarden:

Bij conflicten spring ik in, maar ik laat de kinderen het zoveel mogelijk zelf oplossen. Ik benoem de positieve momenten, om deze zoveel mogelijk te stimuleren. Minder goede momenten of conflicten, bespreek ik samen met het kind, of de groep, wat er niet goed was en hoe wij dit kunnen veranderen. Zo komen de kinderen zelf met een oplossing, of help ik ze hierbij. Door op deze manier conflicten op te lossen, stimuleer ik de zelfstandigheid van het kind. Het kind leert zelf te na te denken en het te begrijpen. Ik probeer de kinderen te leren elkaar in hun waarde te laten, niks is goed of fout. Ieder kind heeft zijn of haar eigen mening en mag dit ook uitspreken. De kinderen mogen elkaar geen pijn doen en als ze iets willen, moeten zij dit vragen.